Variabelen zijn “opberglocaties” voor gegevens in een programma. Ze zijn een manier om een naam te geven aan gegevens voor later gebruik.
Iedere variabele heeft een naam. Een voorbeeld van een naam voor een variabele is mijnGeluksgetal
. Om een waarde op te slaan in een variabele, schrijven we een opdracht waarbij we een gelijkteken gebruiken. En wel als volgt:
«de naam van de variabele» = «de waarde die je wilt opslaan»(We gebruiken «dubbele hoekhaakjes» in onze lessen, zoals hierboven, om specifieke delen van een expressie aan te duiden.)
Bijvoorbeeld, de regel in Python
mijnGeluksgetal = 13slaat de waarde 13 op in de variabele
mijnGeluksgetal
. Vervolgens zal Python, overal waar je de naam mijnGeluksgetal
gebruikt, de opgeslagen waarde ophalen.
Hieronder een kort voorbeeld waarbij variabelen worden gebruikt. Het bestaat uit meerdere regels met instructies: Python voert de eerste regel uit, dan de tweede regel, en zo voort totdat de laatste regel is uitgevoerd. Druk op de knop Uitvoeren om te zien wat er gebeurt.
Kijk naar de 5 regels van het programma van boven naar beneden, en hoe ze overeenkomen met de uitvoer. Zoals je kunt zien behoudt
zijn waarde mijnGeluksgetal
13
in de eerste twee print
-opdrachten; dan verandert zijn waarde in 7
.
We gebruikten hierboven voor het eerst de operator plus (+
), waardoor twee getallen worden opgeteld. Evenzo zijn er operatoren voor aftrekken (-
), vermenigvuldigen (*
), en delen (/
). We komen er in een latere les op terug.
Je kunt het geheugen van een computer nabootsen met potlood en papier, door de opgeslagen waarden bij te houden in een tabel. Hier volgt een voorbeeld; denk eraan dat *
in Python vermenigvuldigen betekent.
Doel: bepaal de eindwaarden van alle variabelen op het eind van het programma.
eerste = 2 tweede = 3 derde = eerste * tweede tweede = derde - eerste eerste = eerste + tweede + derde derde = tweede * eersteIdee: We gebruiken een tabel om de waardeveranderingen bij te houden. Scroll naar beneden om het uiteindelijke antwoord te bekijken.
Opdracht | Waarde nadat de opdracht is uitgevoerd | ||
---|---|---|---|
eerste | tweede | derde |
eerste = 2 | 2 | ||
tweede = 3 | 2 | 3 | |
derde = eerste * tweede | 2 | 3 | 6 |
tweede = derde - eerste | 2 | 6 | |
eerste = eerste + tweede + derde | 4 | 6 | |
derde = tweede * eerste | 12 | 4 |
Dus aan het einde van het programma is de waarde van eerste
gelijk aan 12
, de waarde van tweede
gelijk aan 4
, en de waarde van derde
gelijk aan 48
.
Probeer de Python-visualisatietool om dit soort programma's stap voor stap te laten uitvoeren. We bevelen het ten zeerste aan wanneer je niet helemaal begrijpt hoe Python werkt, of wanneer je vast zit bij het foutvrij maken van je programma! Je vindt deze tool ook via de link Visualiseren bovenaan elke pagina. |
Hier volgt een oefening met kort antwoord over variabelen.
x
x
nadat de volgende opdrachten zijn uitgevoerd?
x = 10
x = x + x
x = x - 5
Twee Vaak Voorkomende Fouten
Wanneer je in Python vraagt naar een variabele die niet vooraf is gedefinieerd, krijg je een foutmelding.
Zoals je kunt zien krijgen we een foutmelding: NameError: name 'trouble' is not defined
.
Soms krijg je deze foutmelding ten gevolge van een tikfout: indien je een variabele definieert
adres=32
, en dan probeert print(aadres)
, zie je een vergelijkbare foutmelding.
Een andere vaak voorkomende fout heeft te maken met het per ongeluk verwisselen van de twee zijden van een =
-opdracht (een toekenningsopdracht).
De eerste regel is in orde maar de tweede regel veroorzaakt een foutmelding: Python interpreteert de tweede regel 4 = x
als een poging om de waarde van 4
te veranderen, maar je kunt alleen maar de waarde van variabelen veranderen, en 4
is geen variabele.
In de wiskunde zijn A = B
en B = A
weliswaar equivalente vergelijkingen, maar in programmeertalen zijn het verschillende toekenningsopdrachten: de eerste verandert de waarde van variable A
(en enkel die van A
), en de tweede verandert de waarde van variable B
(en enkel die van B
).
Oefening
Dit is een opwarming, je eerste oefening waarin je variabelen gebruikt.
Zet de regels in de juiste volgorde
Het volgende onderdeel van deze les is een nieuw type programmeeroefening, waarbij je geen programma hoeft in te typen. We geven je de regels van een correct programma, maar die staan nog in een onjuiste volgorde. Jij moet de regels in een correcte volgorde zetten.
Variabelen verwisselen
Hier volgt de laatste opgave van deze les.
Wanneer je deze oefening correct hebt opgelost, kun je beginnen aan de volgende les. Klik hieronder op Volgende.